Zorg voor eeuwige rustplaatsen

De middelen gaan onder meer naar zes begraafplaatsen van de Gemenebestlanden in Ieper en Poperinge, en naar vijf Duitse kerkhoven in onder meer Langemark-Poelkapelle en Lommel.

Vlaanderen sloot tegelijk een formeel herdenkingspact met de Commonwealth War Graves Commission (CWGC), die de begraafplaatsen van de Gemenebestlanden beheert. De samenwerking met de CWGC moet zorgen voor een efficiënter beheer van de 27 WOI-sites die sinds 2023 als UNESCO-werelderfgoed erkend zijn.

Vlaanderen blijft daarnaast investeren in de IJzertoren in Diksmuide, waar recent de historische klokken hersteld en de omgeving opgewaardeerd werden.

Toeristen vinden de weg naar de Westhoek

De inspanningen lonen. Uit cijfers van Vlaams Parlementslid Gijs Degrande blijkt dat de WOI-sites in de Westhoek in 2024 meer dan 350.000 bezoekers trokken. Dat is bijna evenveel als in het topjaar 2019. Meer dan de helft kwam uit het buitenland, met vooral een opvallende stijging van het aantal Britse bezoekers.

“De Britse bezoekers zijn historisch en emotioneel sterk verbonden met Vlaanderen”, zegt Gijs Degrande. “Dat ze opnieuw de weg vinden naar onze frontstreek, is een belangrijk signaal. Het toont dat blijvende investeringen in WOI-erfgoed en internationale samenwerking hun effect hebben.”

De cijfers tonen dat mensen niet enkel een daguitstap maken, maar bewust kiezen voor een meerdaags verblijf. “Dat is goed nieuws voor de lokale economie en bewijst dat het herdenkingstoerisme een duurzame toeristische pijler blijft voor de Westhoek”, aldus Degrande.

Herinnering levend houden

Voor Weyts is dat precies het doel: de herinnering levend houden, over generaties heen. “We moeten de frontsoldaten niet alleen herdenken op Wapenstilstand, maar eigenlijk altijd. Oorlogsgraven en -monumenten mogen nooit verwaarloosd of vergeten worden”, zegt hij. “Dankzij deze investeringen en het nieuwe herdenkingspact kunnen we ervoor zorgen dat ook de volgende generaties herinnerd worden aan die eenvoudige boodschap, die zeker vandaag relevant is: nooit meer oorlog.”