‘Het is nog maar begonnen, de komende weken gaan we nog wat zien.’ Vlaams minister van Financiën en Begroting Ben Weyts beseft als geen ander dat de Vlaamse regering moeilijke tijden wacht. In het begrotingsakkoord dat ze in de nacht van ­zondag op maandag afsloot, is voor 2026 een bijkomende besparing van 140 miljoen euro op de Vlaamse subsidies ­opgenomen. In veel gevallen is het nog onduidelijk waar de hakbijl zal vallen. Maar als die valt, weet je wat volgt: ­boosheid. Zelf was Weyts ook een beetje boos. De regering-Diependaele pakt er graag mee uit dat ze op de begroting van 2026 een ‘ongeziene besparing’ van 1,5 miljard euro doorvoert. De Tijd schreef maandag dat de helft daarvan komt van het uitstellen van extra uitgaven, het versnellen van geplande besparingen en begrotingstrucs die in het jargon ‘onder­benutting’ of ‘betere inning’ heten. Weyts is erop gebrand een en ander te duiden.

Tijdens het debat in het Vlaams Parlement was de ­belangrijkste kritiek dat u de middenklasse midscheeps raakt. Is dat niet net uw kiespubliek?

Weyts: ‘Ik krijg het verwijt dat ik in de portefeuille van de Vlaming zou zitten, maar de begroting van de Vlaamse regering is de portefeuille van de Vlaming. Als die in het rood staat, dan staat de rekening van ons allen samen in het rood. Het betekent dat we geld moeten lenen en dat we daarop rente moeten betalen. Dat is weggesmeten geld dat je niet kan ­investeren in ons onderwijs, onze mobiliteit of innovatie.’ ‘Ik wil terug naar het principe dat er maar evenveel geld mag worden uitgegeven als er binnenkomt. Omdat we de begroting tegen 2027 in evenwicht willen krijgen, doen we volgend jaar een heel ingrijpende oefening van 1,5 miljard euro. Voor mij was het belangrijk dat we het geld vooral zouden halen bij de overheidsuitgaven en de subsidies. Daarop doen we nu echt een crackdown : 1,1 miljard euro - 76 procent van de oefening - halen we daar.’

Vlaanderen grijpt voor het eerst in op de miljarden aan subsidies die het verstrekt. Hoe is deze regio eigenlijk zo subsidieziek geworden?

Weyts: ‘Op fiscaal vlak heeft Vlaanderen niet zo veel bevoegdheden, waardoor subsidies geven vaak de enige mogelijkheid is. Maar het is doorgeslagen en daarom grijpen we in. Het is onvermijdelijk dat tal van organisaties worden geraakt. En ja, er zullen ook subsidies worden ­geschrapt van organisaties die daar heel nuttige dingen mee doen. Maar als je de tering naar de nering moet zetten, kan het niet anders. Het spijt me, maar het is zo.’ ‘Weet je wat het ergste is? Dat bijna iedereen ons zegt dat het goed is dat we eindelijk naar die subsidies kijken. Maar als het dan concreet wordt en blijkt dat we bijvoorbeeld ingrijpen in de verbouwpremies, staat iedereen op zijn achterste poten. Het probleem is dat iedereen die een subsidie krijgt die sowieso terecht vindt. Wij staan voor de ondankbare taak toch door te duwen, terwijl de linkse oppositie bij elke euro die wordt afgepakt kermend op de grond ligt. Voor haar is het gemakkelijk elke klager gelijk te geven, wij nemen onze verantwoordelijkheid op.’

De Vlaamse overheid heeft mensen jarenlang gestimuleerd om groene renovaties te doen en velen die nu verbouwen, hadden op die premie gerekend. Het is toch geen goed beleid dat die nu van de ene op de andere dag verdwijnt?

Weyts: ‘Als je die redenering doortrekt, kan je als overheid niets veranderen en krijg je de begroting nooit in evenwicht. Je mag die maatregel ook niet los zien van andere beslissingen. Zo hebben we de renovatieplicht eerder al versoepeld.’

Over drie maanden is het 2026 en voor veel organisaties is het nu volstrekt onduidelijk wat er gaat gebeuren.

Weyts: ‘Om een omelet te maken, moet je eieren breken. Als we het geld niet bij die subsidies halen, hadden we waarschijnlijk naar de ontvangsten moeten kijken en zit je in een verhaal van lastenverhogingen. En dat wil ik niet.’

Hoe gaat u op zo’n korte termijn bepalen wat nuttige en wat overbodige subsidies zijn?

Weyts: ‘Het is de verantwoordelijkheid van elke vakminister om binnen de kerntaken van de overheid ­keuzes te maken.’

Zal elke minister niet vooral voor zijn dada’s strijden en zo politieke keuzes maken? Het is wellicht niet toevallig dat u alvast moest aanvaarden dat de IJzertoren zo’n 400.000 euro moet besparen.

Weyts: ‘Ik ben consequent: als je wil ingrijpen in de overheidsuitgaven en de subsidies, moet je ook aanvaarden dat er wordt ingegrepen in de instellingen die je dierbaar zijn. We kijken bij elkaar over de schouder mee om te vermijden dat er verkeerde keuzes worden gemaakt. Al is het natuurlijk zo dat, als je een veto uitspreekt tegen deze of gene maatregel, je snel een veto terugkrijgt. Het zal zoeken zijn naar een evenwicht.’

De verhoging van de Vlaamse zorgpremie van 64 naar 100 euro wordt dan weer een platte belastingverhoging genoemd.

Weyts: ‘Ze valt nochtans perfect uit te leggen. Met de Vlaamse zorgverzekering komen we tussen in de rusthuisfactuur of ondersteunen we degenen die niet meer zo mobiel zijn. In de toekomst zullen we dat vaker moeten doen, want nu is 22 procent van de Vlamingen een 65-plusser, in 2050 zal dat 25 procent zijn. Na de verhoging tot 100 euro zullen we met de zorgpremie 400 miljoen euro ophalen, terwijl er 4,1 miljard euro aan uitgaven tegenover staan. Die uitgaven zullen alleen maar stijgen. Het is de beste verzekering die er bestaat, maar als we willen dat het systeem niet failliet gaat, moet je de premie verhogen.’

U spreekt over de grootste begrotings­oefening ooit. Maar een derde van dat anderhalf miljard euro zijn uitgaven die u uitstelt of besparingen die u een jaar vroeger doorvoert. Structureel bespaart u zo toch maar 1 miljard?

Weyts: ‘We stellen 200 miljoen euro aan nieuw beleid uit en 170 miljoen euro doordat we wachten met het grootste deel van de her­vorming van de erfbelasting...’

... en u vervroegt een in 2027 geplande besparing van 90 miljoen euro op de ­depar­tementen met een jaar. Minstens 460 miljoen euro, een derde van de oefening, is zo eigenlijk niet nieuw, waardoor u later extra werk hebt.

Weyts: ‘We voeren voor 1,1 miljard nieuwe maatregelen uit en die 460 miljoen is geld dat je in 2026 niet uitgeeft, dus wel degelijk een effectieve besparing. Ja, je zal volgend jaar opnieuw geld moeten zoeken, maar heb ik dan ooit gezegd dat het anders zou zijn?’

U rekent ook nog eens op een onder­benutting van 190 miljoen euro, waardoor wij concludeerden dat er wat aan te merken valt op de helft van uw oefening. Vaak blijkt die onderbenutting een fictieve besparing te zijn: ze wordt ingeschreven om de cijfers te doen kloppen, maar ze wordt zelden gehaald.

Weyts: ‘Dat komt doordat ministers die hun geld op het ene domein niet uitgegeven krijgen, het nu gewoon doorsluizen naar een ander domein. Er is nu duidelijk afgesproken dat elke herverdeling boven 50.000 euro enkel kan gebeuren met goedkeuring van de minister van Begroting. Dat is het verschil met vorige begrotingsoefeningen en zo denken we inderdaad dat we kunnen rekenen op een onder­benutting van 190 miljoen euro.’

Hebt u dan een veto om die uitgaven tegen te houden?

Weyts: ‘Zonder het fiat van de minister van Begroting is de toelating van de hele ministerraad nodig. Het zal dus wel een rem op de ­uitgaven zijn. Dit is niet zomaar een begrotings­truc, zoals uw krant schreef.’

Een andere ‘truc’ is een betere inning. Opnieuw: in de praktijk blijkt die vaak een stoplap te zijn om de cijfers te doen kloppen.

Weyts: ‘Dit is niet zomaar bedacht tijdens een begrotings­nacht. In Vlaanderen investeren we in infrastructuur om de snelheid op de wegen te handhaven. Als minister van Mobiliteit heb ik destijds zwaar geïnvesteerd in traject­controles. Ik heb daar zware kritiek voor gekregen, maar we hebben onder meer daardoor het aantal verkeersdoden bijna kunnen halveren.’ ‘Alle overtredingen worden verwerkt in het federaal ­verwerkingscentrum, maar dat kan door de massa pv’s niet volgen. Het werkt soms zelfs met quota: het verwerkt bij­v oorbeeld 30 procent van de pv’s in een bepaalde zone en met de rest doen we niets. Daarenboven wordt een deel van de inkomsten federaal ook nog eens afgeroomd: dat gaat ­direct naar Justitie en Binnenlandse Zaken. Wat overblijft, wordt verdeeld over alle deelstaten. Dat is een transfer van Vlaams geld naar het federale niveau en Wallonië, en dat ­vinden we niet billijk. Daarom richten we nu ons eigen ­centrum op dat de overtredingen die in Vlaanderen worden vastgesteld zelf kan innen. Tegen oktober 2026 moet dat ­operationeel zijn.’

Voor volgend jaar staat een opbrengst van 50 miljoen euro opgenomen in de begroting, voor 2027 100 miljoen. Hoe gaat u dat bedrag volgend jaar halen als het centrum pas in oktober start?

Weyts: ‘We zullen zien. Maar ik kan me niet inbeelden dat iemand hier tegen kan zijn. Dit gaat niet over extra trajectcontroles of snelheidscamera’s, wel over billijkheid. Een deel van elke boete zullen we voortaan rechtstreeks investeren in verkeersveiligheid, een deel gaat naar de begroting.’

Wat wel al duidelijk is: de begrotingen van 2027 en van de jaren die erop volgen zijn nog lang niet in evenwicht. U hebt nog werk voor de boeg.

Weyts: ‘Ik kijk er niet naar uit, maar we moeten nog in­spanningen doen en we zúllen ze ook doen.’

Het tekort is bovendien een onderschatting, want u laat Oosterweel en de relance-uitgaven buiten beschouwing. Als we dat meetellen, bedraagt het tekort geen 1,7 maar bijna 3 miljard. Is dat niet veel te veel voor een regio als Vlaanderen?

Weyts: ‘Dat kan je zo zeggen, maar wat brengt ons dat bij? Ik ga aan de slag met de situatie zoals ze is, maar de grootste kritiek die je dan krijgt is dat het allemaal te ingrijpend is.’

Is het niet wrang dat Vlaanderen het zich kan permitteren te discussiëren over deze of gene subsidie terwijl de federale overheid zelfs een kerntaak als Justitie ­nauwelijks nog behoorlijk uitgevoerd krijgt?

Weyts: ‘Als men daar het principe hanteert dat niet aan de sociale zekerheid mag worden geraakt, dan krijg je het nooit op orde. De sociale zekerheid is gebaseerd op solidariteit en het verzekeringsprincipe: je moet eerst wat bijdragen aan het systeem en indien nodig krijg je dan ook wat terug. Het probleem federaal is dat veel mensen iets uit het potje krijgen zonder dat ze ooit iets hebben bijgedragen. Onder de huidige federale regering komt daar gelukkig voor het eerst echt verandering in, maar er zit nog altijd veel vet op de soep.’

Het punt is: Vlaanderen heeft nog marge, terwijl het federale niveau stilaan op de limieten botst. Dat gaat over de gezondheidszorg en de pensioenen van de Vlamingen.

Weyts: ‘En dus moeten wij federale fouten Vlaams her­stellen? Weet u: ik ben daar zelfs toe bereid. Geef ons de bevoegdheden en geef ons fiscale autonomie. Ik ben zelfs bereid om net als in het verleden te besparen op die nieuwe bevoegdheden. Dan kunnen we eindelijk onze eigen pro­blemen aanpakken met onze eigen oplossingen en eigen centen.’

U kreeg de jongste dagen kritiek omdat u een deel van het akkoord zou ondermijnen. Er is afgesproken dat wie aanspraak wil maken op allerhande premies of toelages op eer zal moeten verklaren dat hij geen andere inkomsten heeft. Maar dat controleren zal niet lukken, zei u.

Weyts: ‘Iedereen is het erover eens dat sociale gunstmaat­regelen ten goede moeten komen aan mensen die er nood aan hebben. Je kan geen sociale woning krijgen als je in het buitenland vastgoed bezit. En ja, je zou ook geen studiebeurs of korting in de kinderopvang mogen krijgen als je een veel hoger inkomen hebt dan wat op je belastingbrief staat. Ik ga ervan uit dat als mensen op eer moeten verklaren dat ze geen andere inkomens hebben, het aantal misbruiken zal dalen. Maar we hebben in Vlaanderen niet de fiscale instrumenten om dat te controleren en voor een vermogenskadaster pas ik. Het gevolg is dan ook dat er moeilijk een bedrag op die maatregel te plakken valt.’

De maatregel komt er omdat sommige zelfstandigen ­zichzelf een zeer laag loon uitkeren, terwijl er wel veel geld in hun vennootschap zit. Strikt genomen hebben zij een laag inkomen, dus hoe ga je dan vermijden dat zij een beroep doen op die sociale voordelen?

Weyts: ‘Als je jezelf heel weinig uitkeert, leef je ook in ­armoede. De realiteit is dat er altijd wel op de een of andere manier geld wordt uitgekeerd. Als dat gebeurt, zou je geen sociale gunstmaatregelen mogen opeisen. Maar ik wil ook niet veralgemenen, want ik wil net af van die hele sfeer van afgunst tegenover mensen die ondernemen.’

Om een akkoord mogelijk te maken hebt u moeten aanvaarden dat de hervorming van de erfbelasting grotendeels wordt uitgesteld. Hoe moeilijk was dat, gezien de N-VA daar zwaar op heeft ingezet?

Weyts: ‘Als je een akkoord wil bereiken, moet je ook toe­gevingen doen op wat je zelf belangrijk vindt. Ik stond er wel op nu al iets te doen voor mensen zonder kinderen, zodat zij iemand kunnen uitkiezen die aan hetzelfde tarief kan erven als ware het hun kind. Ook voor de langstlevende partner verlagen we al vanaf volgend jaar het tarief: mensen die hun partner verliezen, hebben al zo veel verdriet en dan moet je hen niet nog eens zwaar belasten. Verder laten we de beloofde verlaging van de erfbelasting niet los: die moet er komen.’

Economen bekritiseren de hervorming van de erf­belasting, want ze vinden het net een voorbeeld van een effi­ciënte én rechtvaardige taks.

Weyts: ‘Ik ken de cijfermensen, maar ik ken ook de gewone mensen. Gewone mensen willen iets kunnen doorgeven en vinden dat emotioneel heel belangrijk. Ze hebben er een probleem mee dat kapitaal waarop zij al veel belastingen hebben betaald nog eens wordt belast. Ik snap de redenering van de cijfermensen, maar met die terechte emotie moet je in de politiek rekening houden.’

Waar nauwelijks over is gesproken, is de zware periode waar onze industrie door gaat. Wat gaat Vlaanderen doen om te vermijden dat onze bedrijven worden verpletterd in de wereldwijde strijd tussen de VS en China, en door de hoge energieprijzen?

Weyts: ‘Onze Vlaamse hefbomen zijn beperkt, maar we ­proberen ons deel te doen om de energieprijzen te verlagen. Verder moeten we blijven inzetten op de twee domeinen waarin we top zijn: onderwijs en innovatie. Het onderwijs staat onder druk, maar we nemen wél maatregelen. Het­zelfde geldt voor innovatie: Vlaanderen besteedt er meer dan 3 procent van zijn bruto binnenlands product aan. Als overheid ondersteunen we dat: in 2026 trekken we 60 miljoen euro uit voor innovatie en dat stijgt tot 220 miljoen euro in 2029. Daar­bovenop zijn we nog eens bereid 300 miljoen euro te investeren als we erin slagen de Einsteintelescoop naar ons land te halen.’

Tegelijk gaan de bedrijven een deel van uw subsidieknip betalen, want een groot deel van het geld zit net daar.

Weyts: ‘Bedrijven zijn meer gebaat bij lagere loonkosten, een lagere vennootschapsbelasting en lagere energieprijzen dan bij al die subsidies. Vlaanderen heeft over die drie weinig te zeggen, maar als we ervoor bevoegd zouden worden, ­maken we graag geld vrij.’

Als het er écht om gaat, wijst de Vlaamse regering naar een ander en heeft ze geen verhaal.

Weyts: ‘Dat hebben we wel: we willen Vlaanderen een ­toekomst geven. Daarvoor willen we investeren in onderwijs, welzijn en mobiliteit en daarvoor moet je eerst saneren en minder subsidiëren.’

Hoe leg je dat aan een bevolking die steeds bozer dreigt te worden?

Weyts: ‘Toegegeven, ik ben een overdreven optimist: ik kan in een plas water de zon zien schijnen. Maar ik merk ook dat veel mensen denken dat hun kinderen het slechter gaan hebben dan zijzelf. We moeten, ook als politiek en als media, wat minder klagen en zagen. Er zijn vandaag minder slachtoffers van hongersnood, oorlog of natuurrampen dan vroeger, maar veel mensen denken dat het tegendeel waar is.’ ‘We moeten ons verhaal blijven uitleggen. De meeste mensen zijn redelijk. Als je met hen in debat gaat - zelfs met degenen die lopen te schelden op sociale media - ­snappen ze door gaans wel wat je aan het doen bent. Daarom stoort het me dat we snel woorden als polarisering gebruiken. Dat mensen vastzitten in een algoritme is ook niet nieuw. De verzuiling was een vorm van een levens­algoritme: van wieg tot graf werd voor jou bepaald hoe je moest denken. Laat mensen hun idee hebben en daarover discussiëren. Zo ontstaan nieuwe ideeën. Het laatste wat je moet doen, is wat de Gentse rector Petra De Sutter vorige week deed: gaan opleggen wat je wel mag zeggen of onderzoeken en wat niet.’