24.000 sportlocaties in Vlaanderen

Vlaanderen telt nu zo’n 24.000 locaties waar Vlamingen op een veilige en kwaliteitsvolle manier kunnen bewegen en sporten, gaande van openlucht sportvelden, sportlokalen en sporthallen. Dat zijn 1.000 plaatsen meer dan in 2020. De openlucht sportvelden zijn goed voor meer dan de helft van de totale sportinfrastructuur. Daarna volgen de sportlokalen met een aandeel van ruim 20% en de sporthallen met een aandeel van ongeveer 6%. “Onder meer door de coronacrisis zijn meer Vlamingen gaan bewegen en wordt het belang van openlucht sportvelden nog meer duidelijk”, zegt Vlaams minister van Sport Ben Weyts. “Met onze Sportspurt zorgen we voor een heuse inhaalbeweging betreft sportinfrastructuur. We maken fors meer geld vrij opdat zowel lokale besturen, maar ook verenigingen en private partners mee kunnen bouwen aan een sportief Vlaanderen.”

Er is minder zwemwater dan pakweg 20 jaar geleden voor handen. De grootste daling deed zich voor in de jaren 90 en beginjaren 2000. “Sinds 2010 is de daling beperkt en de laatste jaren stabiel gebleven”, zegt Weyts. “Mijn voorganger Philippe Muyters heeft met investeringsoproepen specifiek gericht op de bouw van zwembaden een kentering ingezet. Nieuwe zwembaden zijn nu ook vaak veel groter qua wateroppervlakte en compenseren daarmee het tekort aan zwemwater. Met onze oproepen voor bovenlokale sportinfrastructuur ondersteunen we bovendien de lokale besturen en de zwemclubs bij hun nieuwe zwembadplannen.”

De Sportspurt is een investering van 185 miljoen euro voor meer en betere sportinfrastructuur.