Amper enkele jaren geleden, tijdens de coronacrisis, werd pijnlijk duidelijk dat ons onderwijs een grote achterstand had op gebied van digitalisering: de scholen waren niet voorbereid om afstandsonderwijs aan te kunnen bieden. Onderwijsminister Ben Weyts greep eind 2020 de coronacrisis aan om die achterstand om te buigen in een voorsprong, met de zogenaamde Digisprong. Sindsdien werd er al ongeveer een half miljard euro geïnvesteerd in ICT-toestellen, maar ook in ICT-ondersteuning. Het oude budget voor digitalisering lag maar liefst 15 keer lager.
In de kopgroep
De resultaten van die Digisprong laten zich nu merken. “We zijn van de staart van het peloton naar de kopgroep gesprongen”, zegt Ben Weyts. “De achterstand inzake digitalisering is omgebogen in een voorsprong. Onze scholen zijn digitaler dan ooit en dat is een sterke hefboom voor meer onderwijskwaliteit. Alweer een bewijs dat we de tanker aan het keren zijn.”
Hoopvol
“Onze scholen zijn op digitaal gebied gewoon van gedaante veranderd op amper enkele jaren tijd. Dat toont deze studie nu zwart op wit aan”, zegt Weyts. “De toestand in onderwijs is zeker ernstig, maar dankzij dit soort resultaten ook hoopvol. We moeten nu in de komende jaren resoluut door op dit ingeslagen pad. Er zit al heel veel goed, maar we kunnen nog beter. Zo willen we leerkrachten nog meer bijscholen op gebied van ICT: de leerkrachten die al gebruik gemaakt hebben van het aanbod zijn daar trouwens veel meer dan vroeger lovend over. Ook het sociale mediabeleid staat in sommige scholen nog in de kinderschoenen en ook dat willen we nog beter”.
Vervolg
De toekomst van de Digisprong is verzekerd. Weyts heeft zelfs al een spaarpotje aangelegd voor de volgende golf aan ICT-investeringen: de volgende Vlaamse Regering zal meteen kunnen beschikken over meer dan 100 miljoen euro. Bovendien hebben alle partijen al erkend dat de Digisprong een goede zaak was, die een vervolg verdient.