Veel jongeren en gezinnen in bijvoorbeeld de Vlaamse Rand vallen tussen twee stoelen. Ze verdienen te veel om aanspraak te kunnen maken op een sociale woning en te weinig om een stuk grond of een woning te kopen in de eigen gemeente. Lokale besturen hebben onvoldoende instrumenten om een voorrangsbeleid te voeren sinds het Grondwettelijk Hof in 2013 het decreet ‘Wonen in eigen streek’ vernietigde. De Vlaamse Regering werkt daarom een nieuwe en juridisch robuuste regeling uit. Minister van Vlaamse Rand Ben Weyts en minister van Wonen Matthias Diependaele namen het project in handen. 

Hulp op maat voor woning in eigen streek 

De Vlaamse Regering heeft nu groen licht gegeven voor een nieuw voorontwerp van decreet ‘Wonen in eigen streek’. De nieuwe regeling richt zich op de steden en gemeenten met de hoogste grondprijzen in Vlaanderen. De lokale besturen kunnen een voorrangsbeleid te voeren voor inwoners als ze aan minstens drie voorwaarden voldoen: ze moeten de afgelopen 10 jaar minstens 5 jaar ingeschreven geweest zijn in de gemeente of in een Vlaamse buurgemeente, ze mogen nog geen onroerend eigendom bezitten en ze mogen geen te hoog inkomen hebben. 

Voor deze groep kunnen lokale besturen een financiële tussenkomst doen: de gemeente staat in voor 50 tot 100 procent van het grondaandeel van een woning. De lokale besturen zien hun investering altijd terug: wanneer de woning van eigenaar wisselt of verkocht wordt, krijgt de overheid de actuele schattingsprijs. Het is dus hulp op maat van mensen die zelf onvoldoende kapitaal hebben om een woning in eigen streek te verwerven. 

Lokale binding als troef

“Als minister van de Vlaamse Rand zal ik ondersteuning geven aan de lokale besturen van de regio die gebruik willen maken van ‘Wonen in eigen streek’. We kunnen daarvoor het Vlaamse Randfonds inzetten”, zegt Ben Weyts. “Op dit moment moeten jonge mensen en gezinnen wegtrekken uit de Rand omdat ze hun woondroom niet kunnen vervullen in eigen streek. Lokale besturen staan hier vaak machteloos tegenover. We willen steden en gemeenten tenminste de instrumenten geven om hier een beleid tegenover te zetten.” 

“Vanuit het beleidsdomein Wonen willen we voor de jongeren van eigen streek hun lokale binding meer als een troef laten werken”, zegt Matthias Diependaele. “Die lokale binding is ook een voorwaarde waar we bij sociale verhuur ook meer aandacht aan besteden. Daarnaast zorgen we ervoor dat we hiermee tegemoet komen aan een toenemende vraag in het segment van de betaalbare woningen.”