Corona heeft blootgelegd dat Vlaamse scholen een achterstand hebben inzake digitaal onderwijs. Leerkrachten hebben sinds de uitbraak van de coronacrisis fantastische inspanningen gedaan om afstandsonderwijs op poten te zetten, maar veel ICT-infrastructuur van scholen is verouderd, digitale leermiddelen zijn nog niet ingeburgerd en niet elke leerling heeft toegang tot een toestel. In het digitale tijdperk zijn dat grote handicaps.

De Digisprong

Ben Weyts investeert daarom 375 miljoen euro om de achterstand in digitaal onderwijs om te buigen in een voorsprong: de Digisprong. Er wordt fors geïnvesteerd in ICT-materiaal. In het vijfde leerjaar krijgt élke leerling voor het eerst een eigen laptop of gelijkwaardig ICT-toestel om schoolwerk mee te doen. Alle scholen krijgen bovendien de middelen om ook de huidige leerlingengeneraties gefaseerd toegang te geven tot een eigen toestel en een betere ICT-infrastructuur zoals beter internet. De laptops blijven eigendom van de school, verduidelijkt Weyts in De Ochtend: “We zorgen ervoor dat de scholen zelf eigenaar blijven van de laptops en die kunnen uitlenen aan de kinderen in kwestie.”

Ook voor de leerkracht

Alleen infrastructuur is niet voldoende: de leerkracht moet er ook mee aan de slag kunnen. Daarom krijgen scholen ook middelen voor ICT-materiaal en aangepaste opleidingen voor leerkrachten. In de lerarenopleiding zal ingezet worden op digitale vaardigheden. Er wordt ook geïnvesteerd in de nodige omkadering voor scholen, onder meer met een sterker statuut voor de ICT-coördinator van de school, de uitbouw van digitale dienstverlening voor scholen en een kennis- en adviescentrum ten dienste van de scholen.

Onderwijs versterken voor zwakkere én sterkere leerlingen

Deze Digisprong zal de onderwijskwaliteit gevoelig versterken. Leerkrachten krijgen veel meer mogelijkheden om te differentiëren: zwakkere leerlingen kunnen meer op maat begeleid worden, sterkere leerlingen kunnen meer uitgedaagd worden met bijvoorbeeld extra oefeningen. Leerprocessen worden efficiënter, leerlingen worden beter opgevolgd en communicatie verloopt vlotter. Digitalisering biedt ook kansen om de planlast te verminderen, zodat leerkrachten meer tijd overhouden om te doen waar ze echt goed in zijn: lesgeven. Het wordt ook veel makkelijker om afstandsonderwijs aan te bieden aan leerlingen die bijvoorbeeld ziek thuis moeten blijven. “Laptops zullen leerkrachten nooit vervangen, maar ze kunnen wel een fantastisch verlengstuk zijn voor het contactonderwijs dat je krijgt in de klas”, zegt Weyts. “Deze Digisprong mogen we historisch noemen: eindelijk stapt ons onderwijs het digitale tijdperk in. Het zal enkele jaren duren om deze operatie gefaseerd uit te rollen, maar het plan ligt nu klaar en de middelen zijn voorzien.”

Beluister Ben Weyts hierover in De Ochtend.