In overleg met de Vlaamse Hogescholenraad (Vlhora), de Vlaamse Interuniversitaire Raad (Vlir) en de Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS) komt Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts met drie maatregelen tegen grensoverschrijdend gedrag in het hoger onderwijs.

1. Extern Meldpunt Grensoverschrijdend Gedrag

Er komt een neutraal, centraal en onafhankelijk meldpunt dat los van de hogescholen en  universiteiten werkt. Slachtoffers kunnen naar het centrale externe meldpunt stappen nadat ze de opties van de instellingen zelf uitgeput hebben, of rechtstreeks naar het centrale externe meldpunt stappen. Het nieuwe meldpunt zal laagdrempelig zijn en slachtoffers zo goed én zo snel mogelijk helpen. Alle vormen van grensoverschrijdend gedrag waarbij de waardigheid van iemand wordt aangetast kunnen gemeld worden.

2. Een centraal register in de hogeronderwijsinstelling

Elke hogeschool en universiteit zal centraal een register bijhouden waarin alle meldingen opgenomen worden. Ook de meldingen die binnengekomen zijn bij het centrale externe meldpunt zullen toegevoegd worden aan het register van de betrokken instelling. Zo kunnen patronen sneller zichtbaar worden. In elke instelling zal een verantwoordelijke zijn die erover waakt dat de meldingen actief opgevolgd worden.

3. Een beschermend kader voor studenten

Er komt een beschermend kader voor studenten, dat onder meer de rol en het statuut van de vertrouwenspersoon verankert, zodat er voldoende garanties zijn voor bijvoorbeeld een professionele opleiding en een onafhankelijke werking mét een duidelijk beroepsgeheim. Het kader zal ook afspraken bevatten over hoe studenten geïnformeerd worden over hun rechten en de mogelijke procedures.

Zomer 2023

Alles zal nu verder geconcretiseerd worden, in overleg met de vertegenwoordigers van de instellingen en de studenten. De bedoeling is om tegen de zomer van 2023 alles rond te hebben. “We gaan hier niet voor haastwerk, wel voor een grondige en structurele aanpak”, zegt Weyts. “We roepen alle slachtoffers ook op om niet te wachten tot het centrale externe meldpunt er is. Als zij dat willen, kunnen zij de stap zetten naar lokale meldpunten of vertrouwenspersonen die er al zijn.”