Zo zocht minister Weyts de voorbije maanden contact met Comeos, de federatie van de warenhuizen, om een label in te voeren voor vlees van onverdoofd geslachte dieren. “De regel is dat in die warenhuizen geen vlees wordt aangeboden van dieren die onverdoofd geslacht zijn”, legt de minister uit. “Is dat wel het geval, bij wijze van uitzondering, dan moet dat ook op het etiket of via een label worden duidelijk gemaakt aan de consument.” Als consument heb je ook recht op dat soort informatie, meent Weyts. “Nu zijn er heel veel Vlamingen die ervan uitgaan dat het vlees dat zij kopen komt van dieren die verdoofd geslacht zijn. In de praktijk blijkt dat soms anders.”

Dat er nog geen doorbraak is in het dossier van het onverdoofd slachten, brengt minister Weyts niet af van zijn ambitie om op termijn een algemeen verbod op die praktijk in te voeren. “Ik vind het mijn verdomde plicht als minister van Dierenwelzijn om dierenleed dat we kunnen vermijden ook maximaal te vermijden. En mij kan het niet schelen of dat dierenleed wordt aangericht door een jood, een christen of een moslim.” De minister stelt overigens vast dat er in moslimlanden als de Verenigde Arabische Emiraten, Maleisië en Indonesië verdoofd wordt geslacht. “En dat is halal. Als dat daar kan, waarom kan dat bij ons niet? Alle kippen in ons eigen land worden verdoofd geslacht. En dat is halal. Waarom kan dat dan ook niet voor andere dieren, zoals voor schapen? Ik denk dat de geloofsgemeenschappen er alle baat bij hebben om mee te stappen in een evolutie naar meer dierenwelzijn en minder dierenleed.”

“Wij hebben als politiek de taak om bepaalde doelstellingen voorop te stellen en keuzes te maken”, geeft Weyts nog mee ter conclusie. “Wij moeten toch geen toestemming vragen aan welke geloofsgemeenschap dan ook om een wetswijziging te mogen doorvoeren? Zo werkt het niet. Men heeft ten tijde van de abortuswetgeving toch ook niet aan de Katholieke Kerk gevraagd: ‘Zijn jullie akkoord? Jullie mogen beslissen.’”

Onderwerpen